Motivatie
Het is moeilijk om je gedrag te veranderen, want dat vraagt veel motivatie. Helaas zijn mensen daarbij vaak afhankelijk van externe factoren. Met motivatie van buitenaf is het moeilijk om langdurig gemotiveerd te blijven. Motivatie die vanuit jezelf komt heeft een veel langduriger effect.
Wat is motivatie?
Motivatie wordt gedefinieerd als een verzameling drijfveren die ervoor zorgen dat iemand bepaalde bewuste of onbewuste beslissingen neemt. Daarbij onderscheiden we gecontroleerde en autonome motivatie.
Autonome (intrinsieke) motivatie komt vanuit jezelf. Je bent gemotiveerd om iets te doen omdat je het zelf belangrijk, zinvol of leuk vindt. Er zijn geen externe invloeden voor nodig. Bij gezond financieel gedrag betekent dit dat je gemotiveerd bent omdat je zelf vindt dat het belangrijk is, of omdat je er positieve gevolgen door ervaart. Ook kan je gemotiveerd zijn omdat je ziet dat anderen uit je omgeving bepaald gedrag vertonen.
Gecontroleerde (extrinsieke) motivatie komt van buitenaf. Het gaat bijvoorbeeld om een beloning of straf. Alleen extrinsieke motivatie is vaak niet genoeg voor gedragsverandering. Mensen willen vaak hun gedrag niet veranderen wanneer dat door iemand anders wordt opgelegd. Dan ontstaat er vaak weerstand omdat ze zich aangetast voelen in hun autonomie. En als mensen hun gedrag toch veranderen stoppen ze vaak weer als de externe prikkel wegvalt. Dan is er namelijk geen reden meer om het gedrag te vertonen.
Waarom zijn motivatie en self-efficacy belangrijk?
Gezond financieel gedrag vertonen is moeilijk, vooral wanneer mensen zichzelf of hun kinderen dingen moeten ontzeggen waar ze aan gewend zijn of die ze belangrijk vinden. Denk aan nieuwe kleding kopen, Sinterklaas vieren, uitjes, sport of schoolreisjes. Voldoende motivatie kan dan helpen om toch vol te houden.
Wat is self-efficacy?
Self-efficacy wordt gedefinieerd als het geloof dat iemand heeft in eigen kunnen. Dat is specifieker dan zelfvertrouwen, dat meer draait om het gevoel over jezelf als persoon. Self-efficacy draait om het geloof dat mensen hebben dat ze in staat zijn om bepaalde taken te volbrengen. Bij het vertonen van gezond financieel gedrag betekent het dat mensen geloven dat ze zaken kunnen als hun administratie bijhouden, internetbankieren, begrotingen of spaarplannen maken en toeslagen aanvragen. Mensen met weinig self-efficacy zien op tegen taken, stellen ze eerder uit of vermijden ze soms zelfs helemaal.
Motivatie, self-efficacy en interventies
Motivatie en self-efficacy zijn geen gegeven. Je kunt ze beïnvloeden en versterken. Daar wordt niet altijd aandacht aan besteed bij interventies, vanuit de gedachte dat iemand wel voldoende gemotiveerd is of zichzelf zal motiveren zonder hulp van buitenaf. In de praktijk komen mensen met schulden vaak alleen maar in actie vanwege invloed van buitenaf. Bijvoorbeeld doordat er incassokosten, boetes of huisuitzetting boven hun hoofd hangen.
Die gecontroleerde motivatie is niet makkelijk vol te houden. Als de grootste problemen eenmaal naar de achtergrond zijn verdwenen, verdwijnt ook de motivatie om nog gezond financieel gedrag te vertonen. Die dynamiek is terug te zien in de verschillende fasen van gedragsverandering van de psychologen Prochaska en DiClemente.
Mensen die een interventie ondergaan zitten vaak in fase 1 (voorbeschouwing) of 2 (overpeinzing). Bij de voorbeschouwingsfase is iemand zich nog niet bewust van het feit dat er iets moet veranderen en is er nog geen intentie tot verandering. Bij de overpeinzingsfase is dat bewustzijn er wel en is iemand zelfs gemotiveerd om iets aan het probleem te veranderen. Die motivatie wordt echter nog niet omgezet naar actie.
Motivatie moet voortkomen uit het gevoel dat mensen zelf gezond financieel gedrag willen vertonen. Om gedrag vol te houden moeten mensen ervan overtuigd zijn dat schulden hebben niet bij hen past. Of ervaren dat ze plezier kunnen ontlenen aan sparen en de afname van zorgen en stress door het wegwerken van hun schulden. Ook moeten mensen vertrouwen hebben in hun eigen vaardigheden om gezond financieel gedrag te kunnen vertonen.
Interventies kunnen gedrag niet blijvend van buitenaf opleggen. Daarom is het van groot belang om iemands intrinsieke motivatie en self-efficacy te vergroten. Dan kunnen mensen een gedragsverandering beter volhouden, ook wanneer dat lastig is.
Meer weten over het versterken van motivatie en self-efficacy? Lees dan over werkzame bestanddelen bij motivatie.
BIN (2017). Rijk aan gedragsinzichten: editie 2017. BIN NL.
Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2002). Self-determination research: Reflections and future directions. In E. L. Deci & R. M. Ryan (Eds.), Handbook of self-determination research (p. 431–441). University of Rochester Press.
Deci, E. L. & Ryan, R. M. (2002). Overview of self-determination theory: An organismic dialectical perspective. Handbook of self-determination research, 2, 3-33.
Deci, E.L. & Ryan, R.M. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development and well-being. American Psychologist vol. 55 no 1, Jan 2000, 68-78, https://doi.org/10.1037/0003-066X.55.1.68
Van der Veen, M. & Goijarts, F. (2012) Motiverende Gespreksvoering Voor Sociaalagogisch Werk: Coachen Bij Gedragsverandering. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Yperen, T. van, Booij, Y. & van der Veldt, M.C. (2003). Vraaggerichte hulp, motivatie en effectiviteit jeugdzorg. Nederlands Jeugdinstituut.